Om "het lot van de werkman" te verbeteren werd er in 1871 een algemene werklieden vereniging opgericht met de naam "Help U Zelven". Deze vereniging koos voor een voorzichtige aanpak. Van protesten, stakingen en oproer moest men niets hebben.
De sluiting van de ijzergieterij van Nering Bögel leidde tot het eerste massaontslag. In 1935 kende Deventer 6200 werklozen op een bevolking van ongeveer 38000 personen. De werklozen kregen ongeveer twaalf gulden per week ( nu ongeveer vijf euro).
Uit de Oude Steentijd (tot 9000 v. Chr.) zijn in de omgeving van Deventer op verschillende plaatsen in Salland restanten gevonden van dieren die toen in deze streek leefden.
De IJssel stroomt tussen hogere gebieden: in het westen de Veluwe en in het oosten de Overijsselse heuvelrug. De heuvels die soms wel 60 meter hoog zijn, zijn stuwwallen. Het lagere gebied daartussen is een oud gletsjerdal. Dat is zo'n 150.000 jaar g
In Deventer en omgeving zijn op verschillende plaatsen vondsten gedaan van menselijke bewoning uit de Oude Steentijd (tot 9000 jaar v. Chr.), zoals bijvoorbeeld stenen schrabbers en pijlpunten.
In Heeten (ongeveer 10 kilometer ten noord-oosten van Deventer) zijn ruim 1000 veldovens gevonden waar grootschalig ijzer geproduceerd is.
Tijdens de Oude Steentijd (tot 9000 jaar v. Chr.) heerste hier een koud klimaat. De natuur zag er in de omgeving van waar nu Deventer ligt toen anders uit dan nu. Een paar planten, struiken en bomen die er toen groeiden, kun je nog steeds in de omgev
Stokvis is hard gedroogde, gezouten vis. De Deventenaren handelden daar vroeger veel in. Daarom worden Deventenaren wel 'stokvissen' genoemd.
Over de Schipbeek voeren schepen met platte bodems, zodat ze ook in ondiep water konden varen.
Het gebruik van glas is in Nederland vanaf ongeveer 800 v. Chr. bekend. In Colmschate zijn bij opgravingen ook kleine glazen kralen gevonden.
Al vanaf de IJzertijd (600 v. Chr) werd er ijzeroer uit de omgeving van Deventer opgegraven.
In Diepenveen zijn vanaf 1993 veel oude munten gevonden uit de Romeinse tijd.
Zo'n 7% van het opgegraven aardewerk uit de Romeinse tijd is gedraaid aardewerk dat afkomstig is van de Romeinen.
Een van de eerste sporen van menselijke bewoning in Bathmen is een bronzen ketel uit de tweede of derde eeuw na Chr.
Aan de Holterweg in de wijk Colmschate is bij een opgraving onder een funderingspaal van een Germaans huis uit de Romeinse tijd een messing beeldje gevonden van Victoria.
De Romeinen hebben zich nooit in de omgeving van Deventer gevestigd, maar er zijn wel bewijzen dat er contact was tussen de Germanen die hier woonden en de Romeinen ten zuiden van de grote rivieren uit de periode tussen 50 voor Chr. en 400 na Chr.
Vanaf het jaar 834 maakten Vikingen belangrijke handelssteden zoals Dorestad (nu Wijk bij Duurstede) en Utrecht onveilig. Ze verplaatsten zich per schip en voerden verrassingsaanvallen uit. Ook de handelsnederzetting Daventre (Deventer) ontkwam niet aan hun roofzucht.
Rond het jaar 990 werden in Deventer voor het eerst munten geslagen. Op die munten zien we de namen of afbeeldingen van Duitse keizers, zoals Otto III, Hendrik II of Koenraad II. Zij stonden aan het hoofd van het Duitse Keizerrijk, waartoe Deventer toen ook behoorde.
De Deventer kooplieden haalden veel handelswaar van over zee. Ze voeren veel naar de landen in Noord-Europa en rond de Oostzee, zoals Noorwegen, Zweden, Noord-Duitsland. Maar die tochten over zee in hun koggenschepen waren gevaarlijk. En in die verre, vreemde landen was het moeilijk handel te drijven, als je er de weg niet wist.
In Deventer is een oude rol perkament bewaard gebleven, waarop de namen van de leden van het koopmansgilde geschreven staan.
In 1235 deed zich een grote stadsbrand voor. Honderd jaar later deed zich opnieuw een grote stadsbrand voor. Op zaterdag 21 juli van dat jaar werd de bevolking van Deventer opgeschrikt door een zeer felle brand. In enkele uren brandde tweederde deel van de stad tot de grond toe af.
In de loop van de veertiende eeuw werd enkele meters vóór de eerste stadsmuur een tweede ringmuur om de stad aangelegd. Deze muur was iets lager, zodat men vanaf de binnenste muur over de buitenste muur kon schieten. Deze stadsmuur met poorten en torens omsloot ook het gehele Bergkwartier.
Geert Grote (1340-1384) legde de grondslag voor de stichting van een gemeenschap van vrouwen, die zich de Zusters van het Gemene Leven noemden. Met ‘Gemene’ wordt bedoeld ‘gemeenschappelijk’. Ze deelden hun bezittingen, leefden sober en besteedden naast hun werk veel tijd aan bezinning en gebed.
Richard Paffraet was de eerste drukker in Deventer. Hij werkte hier van 1477 tot 1511.
Anna van Twickelo leefde van 1508 tot 1605 en was gehuwd met Marten Boedeker. Het geld dat Anna van Twickelo en haar zoon Balthasar Boedeker (1540-1617) na de dood van Balthasar aan de stad Deventer nalieten was bedoeld om er een katholieke universiteit van te stichten.
Ook in Deventer is het lang niet altijd zo geweest dat alle godsdienstige groepen dezelfde rechten hadden. In 1529 werden in Deventer voor het eerst bepalingen afgekondigd over ketterijen en geoorloofde boeken. Een ketter was iemand die de regels van de heersende godsdienst niet wilde navolgen.
Wederdopers vormden een geloofsrichting, ontstaan in het begin van de zestiende eeuw. Ze vonden dat alleen volwassenen mochten worden gedoopt. Omdat zij zelf als kind al waren gedoopt, lieten ze zich als volwassene opnieuw dopen. Vandaar de naam wederdopers.
Van het begin van de 14e tot het begin van de 19e eeuw had het stadsbestuur het recht om doodstraffen uit te spreken (het halsrecht). Vier blauwe stenen in de bestrating voor het huidige Kantongerecht op de Brink markeren de plaats waar het schavot heeft gestaan.
De Tachtigjarige oorlog duurde van 1568 tot 1648. Deventer heeft veel te lijden gehad tijdens deze oorlog.
Tijdens de Tachtigjarige oorlog, in 1578, wordt Deventer belegerd door Graaf van Rennenberg. Dat beleg is op een schilderij vastgelegd.
Prins Maurits (1567-1625) was de zoon van prins Willem van Oranje (Willem de Zwijger). In mei 1591 naderde opnieuw het Staatse leger de stad Deventer, nu onder aaanvoering van Prins Maurits. Zijn leger bestond uit 9000 man voetvolk en 1600 ruiters. Na een belegvan vijf dagen werd door de kanonnen van het leger een bres geschoten in de stadsmuur bij de Zandpoort.
Achter de Grote of Lebuinuskerk aan de Kleine Poot stonden vanaf de elfde eeuw de kapittelhuizen. Daarin woonden de kapittelheren, die samen het kapittel vormden. De kapittelheren, ook wel kanunniken genoemd, zorgden voor de kerkdiensten. Daarnaast hielden ze zich namens de bisschop ook bezig met het bestuur en de rechtspraak.
Na de verovering door prins Maurits in 1591 werd Deventer definitief Staats en viel dus niet langer onder het gezag van de Spaanse koning, maar behoorde nu tot de Republiek der Verenigde Nederlanden. Oorlog en vrede werden centraal in Den Haag geregeld.
Deventer wordt de Koekstad genoemd, omdat er vanouds veel koekbakkerijen waren. Tegenwoordig is alleen nog Deventerkoek van Bussink te koop.
De oprichting van het Athenaeum Illustre werd mogelijk gemaakt doordat Anna van Twickelo (gestorven in 1601) en haar zoon Balthasar Boedeker (gestorven in 1617) de stad Deventer een schenking aan geld hadden nagelaten, bedoeld voor het oprichten van een universiteit.
De zilveren beker ter nagedachtenis van burgemeester Adriaan van Boekholt is niet omgesmolten in het rampjaar 1672.
Overijssel was door allerlei interne twisten zeer verzwakt. Dat maakte het gewest tot een gemakkelijke prooi voor de bisschoppen van Münster en Keulen en Franse troepen, die in 1672 allemaal het gebied binnentrokken. Ook Deventer was een gemakkelijke prooi.
De snelle overgave van Deventer aan de bisschoppen van Münster en Keulen in 1672 werd door de andere gewesten van de Republiek der Verenigde Nederlanden als verraad beschouwd. Maar ook Kampen en Zwolle gaven zich al snel over, waardoor heel Overijssel gemakkelijk in handen van de vijand viel.
De grote stadsbrand van 1334 legde tweederde van de huizen van de stad in de as. Het stadsbestuur zag in dat het belangrijk was blusmateriaal, zoals emmers en ladders, bij de hand te hebben. Zelf schafte de stad in 1548 honderd leren emmers aan met het stadswapen erop.
Jarenlang had de regentenstand het in Deventer voor het zeggen. Buitenstaanders kwamen er nauwelijks aan te pas. Alle ambten werden binnen de regentenfamilies gehouden door hier vaste afspraken over te maken: als jij dit voor mij (of voor mijn zoon of kleinzoon) doet, dan regel ik iets voor jou (of voor jouw zoon of kleinzoon).
Willem V bezocht als kersverse stadhouder Deventer op 2 september 1766. Hij arriveerde op de Worp, nam een militaire parade af op de Bergweide (nu industrieterrein), en ging door de Zandpoort, over de Brink en door de Korte en Lange Bisschopstraat naar het stadhuis.
Vanaf 1750 groeide onder de burgers in Deventer de ontevredenheid over het stadsbestuur. Zij behoorden tot de patriotten, die een vrijcorps oprichtten om zich tegen de bedreigingen van de Oranjegezinden te verdedigen.
De Oranjegezinden bleven van 1787 tot 1795 aan de macht. In de winter van 1794-1795 trokken Franse troepen Nederland binnen. Deventer kreeg zo'n zesduizend vluchtende huursoldaten van anti-Franse troepen binnen de muren. Op 2 februari 1795 werd het aftreden van het stadsbestuur geëist, waarop de magistraat inderdaad aftrad.
In de Ridderzaal in Den Haag heeft heel lang een 'Deventer tapijt' gelegen. Deventer was bekend om de Smyrnatapijten die hier werden gemaakt.
In Deventer wordt er al sinds 1828 door de firma Ten Have koffie gebrand. Ten Have koffie is ook nu nog te koop. De fabriek staat alleen niet meer op de Brink. Langetijd was daar de koffie te ruiken als in de fabriek koffie gebrand werd.
Dit is een van de eerste fietsen die gemaakt zijn in de fietsenfabriek van Burgers in Deventer.
"De eer van Deventer is ermee gemoeid wanneer het nog langer van een dagblad verstoken blijft". Dat was een van de argumenten die uitgever Antonij Hoovenaar Rutgering gebruikte op 17 november 1885 om een dagblad te beginnen. De krant begon te verschijnen in een periode dat Deventer een periode van bloei doormaakte.
Van 1884 tot 1935 reden er trammetjes van de GOSM (Gelders Overijsselse Stoomtram Maatschappij) van en naar Zutphen en later van en naar Emmerik. De trammetjes waren niet alleen van belang voor het personenvervoer, maar werden ook gebruikt voor het goederenvervoer.
In 1888 kreeg smid Johannes Auping een bijzondere opdracht. De directeur van het Sint Geertruiden Gasthuis vroeg hem of hij een bed zou kunnen maken dat geschikter zou zijn voor een betere gezondheid van zijn patiënten. Auping bedacht een bedbodem met gedraaide en in elkaar gevlochten ijzerdraden, die in een ijzeren raamwerk werden gespannen.
Go Ahead is niet de oudste voetbalclub van Deventer, dat is UD (Utile Dulci), de cricketclub uit 1875, die in 1887 een voetbalafdeling oprichtte. Op 2 december 1902 richtte Karel Hollander met enkele vrienden en zijn broer Han (de latere sportverslaggever) in een zaaltje van de Volksbond de voetbalclub Be Quick op.
Nadat op de Deventer kermis al filmvoorstellingen in een tent waren gehouden, werd in 1911 de eerste Deventer bioscoop (EDB) geopend in de Smedenstraat. Kort daana volgden bioscopen Luxor aan de Brink en Cinema Palace in de Lange Bisschopstraat. Bioscoop Luxor werd gebouwd in de typische stijl van de Amsterdamse School en is een rijksmonument.
In 1916 speelde Go Ahead om het kampioenschap van Nederland. Helaas werd de finale verloren maar het jaar daarop lukte het wel en werd Go Ahead voor het eerst kampioen van Nederland. Daarna werd de club nog drie keer kampioen van Nederland en wel in 1922, 1930 en 1933.
Omdat veel Deventer fabrieken hun producten in blik wilden verpakken begon Johan Hendrik Ankersmit in 1919 aan de Molenstraat een blikfabriekje. Zijn twee schoonzonen Thomas Thomassen en Frits Drijver werkten mee in de leiding van het bedrijf. Naar hen werd de fabriek genoemd toen het in 1934 verhuisde naar de Veenweg, waar de fabriek zich sterk uitbreidde.
In de vroege ochtend van 10 mei 1940 passeerden Duitse troepen de grens met Nederland. Wegversperringen en vernielingen leverden wel enige vertraging op maar verhinderden niet dat de opmars over de weg doorging. Een verrassing was de komst van een pantsertrein, gevolgd door twee treinen met manschappen.
Het monument op het Grote Kerkhof uit 1953 is een ontwerp van de Haagse beeldhouwer Dirk Wolbers. Op de sokkel staat een bronzen mannenfiguur met gebalde vuisten als een uitdrukking van verzet. Op de muur achter het monument staat te lezen: Zij hebben door hun leven meer gegeven dan veler jaren som ons geven kon Deze regels komen uit een gedicht over het verzet van Rie Cramer.
Tijdens de oorlogsjaren hebben honderden mensen uit Deventer en omgeving geprobeerd om de bezetters tegen te werken. Op verschillende manieren werden er acties ondernomen, zoals het traag uitvoeren van opdrachten, het onderdak bieden aan onderduikers, het vervalsen van papieren, het drukken en verspreiden van berichten, het wegsmokkelen van gezochte mensen of het uitvoeren van aanvallen op Duitse doelen.
Al in 1349 werden joodse Deventenaren vervolgd, omdat ze ten onrechte werden verdacht van de verspreiding van de pest, een dodelijke besmettelijke ziekte uit die tijd. Tot het eind van de achttiende eeuw bleef het voor joden moeilijk om in en bij Deventer een bestaan op te bouwen.
Dit monument uit 1999 van de beeldhouwer Karoly Szekeres herinnert aan plaatsgenoten die tijdens de Japanse bezetting van Indonesië van 1942 tot 1945 het leven lieten en aan de Nederlandse soldaten die in de periode 1946- 1949 in Nederlands-Indië sneuvelden.
Tegen het einde van de oorlog waren de bruggen van Deventer en dan vooral de spoorbrug het doelwit van de Geallieerden. Met de geallieerden bedoelen we de landen die samenvochten tegen Duitsland. De voornaamste reden van de bombardementen was om een einde te maken aan het vervoer vande vliegende bommen V-1 en V-2 door de Duitsers naar het westen van Nederland.
Op 10 april 1945 werd de stad Deventer bevrijd van de Duitse bezetters. Dat ging niet zonder slag of stoot. Het was de Canadese Zevende Brigade onder leiding van generaal T.G. Gibson die de bevrijdingsoperatie uitvoerde.
De Oxerhof is een landgoed dat vlakbij Deventer ligt Tijdens de oorlog gebruikten de Duitsers het landgoed als gevangenis. Begin april 1940 zaten er nog veertig verzetsmensen gevangen. Op 6 april gaf de Duitse commandant het bevel om dertig gevangenen vrij te laten.
De stad Deventer heeft veel te lijden gehad van het oorlogsgeweld, met name van de bombardementen op de bruggen. Er zijn veel Deventer joden opgepakt en ook veel Deventenaren bij het oorlogsgeweld gedood.
Enkele jaren na het einde van de Tweede Wereldoorlog kwam er opnieuw oorlogsdreiging, nu vanuit het communistische Rusland. De Nederlandse regering besloot in het geheim een verdedigingslinie aan te leggen van 120 km lang, de IJssellinie genaamd. Door een groot deel van Oost-Nederland onder water te kunnen zetten dacht men beter beveiligd te zijn tegen een mogelijke opmars van de Russen.