Muntslag

Rond het jaar 990 werden in Deventer voor het eerst munten geslagen. Op die munten zien we de namen of afbeeldingen van Duitse keizers, zoals Otto III, Hendrik II of Koenraad II. Zij stonden aan het hoofd van het Duitse Keizerrijk, waartoe Deventer toen ook behoorde. In 1046 schonk keizer Hendrik III de heerschappij over Deventer en het omliggende land aan de bisschop van Utrecht. Daardoor kwam ook het munt- en tolrecht in handen van de bisschop, die vanaf 1046 de landsheer van het Oversticht werd (het gebied aan de overkant van de IJssel).
Het slaan van munten vroeg niet veel ruimte en gebeurde vaak in een gewoon huis. In Deventer kennen we nog de huizen 'Die Munte'' in de Boterstraat en 'Die Olde Munte' in de Grote Overstraat. Het bekendst is de Muntentoren, waar tussen 1685 en 1708 de laatste stedelijke munten werden geslagen.