IJzerovens

Toen in 1994 in Heeten een woonwijk zou worden gebouwd, deden archeologen daar een bijzondere ontdekking. Er werden sporen gevonden van een dorp uit de Laat Romeinse tijd. Rondom het dorp werden grote hoeveelheden gevonden van resten van ijzerovens. Bij het dorp werden geen Romeinse vondsten gedaan. Vermoedelijk betekent dit dat de ijzerproductie geheel voor de eigen inheemse Germaanse bevolking plaatsvond.
Er zijn slechts slakken gevonden van halffabrikaten. Vermoedelijk werd het ruwe ijzer dat in Heeten uit het ijzeroer gewonnen werd op andere plaatsen verwerkt. Zo zijn in Wesepe slakken gevonden, die wijzen op de verdere verwerking van ijzer. Er zijn hier ook ijzeren nagels gevonden, die vanaf de laat-Romeinse tijd ook bij inheemse Germaanse stammen bij de bouw van huizen gebruikt werden. Er is zoveel materiaal gevonden in Heeten, dat er sprake was van bijna industriële productie van ijzer. De leider van het dorp moet dan ook een belangrijk man geweest zijn. Niet alleen kon hij zijn woonplaats omgeven met een flinke omheining maar de vondsten wezen op een luxe levensstijl.
Eind 2003, begin 2004 hebben er opnieuw opgravingen plaatsgevonden. Tot nu toe zijn van de nederzetting enkele plattegronden van boerderijen zichtbaar geworden, waaronder een hele lange van maar liefst 43 meter. Dit is uniek voor de Laat Romeinse tijd. Behalve de sporen van boerderijen zijn er een bijgebouw, een hutkom en veel prachtige vondsten uit de grond gekomen. Het totale nederzettingsterrein moet bijna 200 meter bij 400 meter groot zijn geweest. Het dorp is rond het jaar 450 n. Chr. verlaten.