In de dertiende eeuw werd begonnen met de aanleg van een dikke stenen ringmuur rondom de kleine stad, die Deventer toen was. Dat was nodig om de stad tegen aanvallen te kunnen verdedigen. Één muur was nog niet veilig genoeg. Daarom werd een eeuw later enkele meters vóór die muur een tweede dikke ringmuur aangelegd.
Om de vestingwal te versterken werden er in de loop van de zestiende eeuw en in het begin van de zeventiende eeuw op verschillende plaatsen bolwerken of bastions aangelegd. Een bolwerk is een vooruitspringend, vijfhoekig gedeelte van een vestingwal. Vanaf zo'n bolwerk kon men de vijand vanuit verschillende hoeken beschieten.
De schilder Pieter van Anraedt werd omstreeks 1635 geboren, waarschijnlijk in Utrecht. Waar hij is opgeleid is niet bekend. Hij ging in Deventer wonen en trouwde met Antonia van der Veen, dochter van de Deventer dichter Jan van der Veen. Pieter van Anraedt heeft vrijwel uitsluitend portretten geschilderd, net als Gerard ter Borch.
Overijssel was door allerlei interne twisten zeer verzwakt. Dat maakte het gewest tot een gemakkelijke prooi voor de bisschoppen van Münster en Keulen en Franse troepen, die in 1672 allemaal het gebied binnentrokken. Ook Deventer was een gemakkelijke prooi.
De snelle overgave van Deventer aan de bisschoppen van Münster en Keulen in 1672 werd door de andere gewesten van de Republiek der Verenigde Nederlanden als verraad beschouwd. Maar ook Kampen en Zwolle gaven zich al snel over, waardoor heel Overijssel gemakkelijk in handen van de vijand viel.
Hendrick de Sandra is in 1619 in Amsterdam geboren en was daar eerst een welvarend koopman. Later koos hij voor een militaire loopbaan en kwam in 1657 in Deventer terecht. Van 1677 tot 1685 was hij gouverneur van de belangijke vesting Deventer. In 1676 kocht De Sandra twee naast elkaar gelegen huizen aan de (later naar hem genoemde) Sandrasteeg.