Deken Doys Huis

Achter de Grote of Lebuinuskerk aan de Kleine Poot stonden vanaf de elfde eeuw de kapittelhuizen. Daarin woonden de kapittelheren, die samen het kapittel vormden. De kapittelheren, ook wel kanunniken genoemd, zorgden voor de kerkdiensten. Daarnaast hielden ze zich namens de bisschop ook bezig met het bestuur en de rechtspraak. Ze hielden ook toezicht op de bezittingen van de bisschop in deze omgeving. De kapittelheren werden ook wel kanunniken genoemd.

Aan het hoofd van het kapittel stond de deken. Van het huis waarin Deken Doys woonde is de trapgevel nog bewaard gebleven. De oude gevel is ingebouwd in een nieuw pand. Je kunt de gothische bouwstijl uit de Middeleeuwen nog goed herkennen aan de spitsvormige vensters en de sierlijke zuiltjes. In de muur is een gevelsteen aangebracht. Daarop is Deken Doys afgebeeld met een zak geld en beddengoed onder de arm.. Hij trekt de deur achter zich dicht. Deze gevelsteen herinnert aan een gebeurtenis uit de zestiende eeuw. Nadat Deventer in 1591 door prins Maurits was bevrijd van de Spaanse overheersers, werd Deventer een protestantse stad. De katholieke kerkelijke leiders moesten vertrekken.

Verw. 1: Lebuinuskerk; verw. 2: Proosdij; verw. 3: Godsdienststrijd 16e eeuw