Grenspaal

In 1578 had Philips II het schoutambt Colmschate aan Deventer verpand. (Een schoutambt is een soort lokale bestuursvorm van voor de Franse tijd). Hierdoor werd in feite het platteland van Colmschate aan Deventer toegevoegd.
In 1812 gingen de schoutambten Colmschate en Bathmen 'mairie' (= gemeente) heten. Deze plaatsen werden resp. Diepenveen en Bathmen genoemd. Hiermee kwam een einde aan de rechtstreekse bestuurlijke invloed van de stad Deventer in deze gebieden. Dat was een pijnlijk verlies voor Deventer, omdat de zeggenschap over het omringende platteland altijd was gebruikt voor goede en veilige verbindingen met het achterland. Deventer had in de achttiende eeuw bovendien een nijpend gebrek aan ruimte voor woningen en fabrieken en wilde graag naar buiten uitbreiden.
Vanaf 1823 werden de marken opgeheven en kregen ook plattelandsgemeenten een burgemeester. (Een marke is een middeleeuwse organisatie van grotere boeren die gezamenlijk het beheer en gebruik van hun gemeenschappelijke gronden regelden).
Tussen Deventer en Diepenveen hebben al vóór de twintigste eeuw diverse grenswijzigingen plaats gehad. In 1940 werd een eerste poging gedaan om een deel van Diepenveen bij Deventer te voegen, maar zonder succes. Maar in de jaren zestig kwamen wél stukken van Diepenveen bij Deventer: de Platvoet en Borgele, en in de jaren zeventig werd het dorp Colmschate aan Deventer toegevoegd. In 1999 werden de gemeente Deventer en Diepenveen samengevoegd. Twee jaar later, in 2001, ging ook de gemeente Bathmen deel uitmaken van de gemeente Deventer.
Afb.: grenspaal zie canonboek, p. 78
Verw.: Diepenveen