Stokvis is hard gedroogde, gezouten vis. De Deventenaren handelden daar vroeger veel in. Daarom worden Deventenaren wel 'stokvissen' genoemd.
Kooplieden ontdekten al vroeg dat het handig was, als ze elkaar gingen helpen. Zo ontstonden er een soort verenigingen van kooplieden. We noemen deze verenigingen gilden. Ook andere mensen, die een zelfde beroep uitoefenden, gingen zulke gilden oprichten.
De Deventer kooplieden haalden veel handelswaar van over zee. Ze voeren veel naar de landen in Noord-Europa en rond de Oostzee, zoals Noorwegen, Zweden, Noord-Duitsland. Maar die tochten over zee in hun koggenschepen waren gevaarlijk. En in die verre, vreemde landen was het moeilijk handel te drijven, als je er de weg niet wist.
In Deventer is een oude rol perkament bewaard gebleven, waarop de namen van de leden van het koopmansgilde geschreven staan.
In de tijd van de Hanze werden producten over zee vervoerd in koggeschepen. Dat is een type boot met één groot rechthoekig zeil en veel laadruimte.
Deze straat is niet vernoemd naar een 'rijke man', maar naar ene Rikmond of Ricmodis, een rijke vrouw uit Keulen, die zo bekend was dat de straat al in de veertiende eeuw naar haar genoemd is. In deze straat woonden in de vijftiende en zestiende eeuw veel Bergenvaarders.
Deventer kooplieden, die handel dreven met de Noorse stad Bergen verenigden zich in de veertiende eeuw in het Bergenvaardersgilde. Hun belangrijkste handelswaar was de stokvis. Stokvis id de naam voor kabeljauw, die aan stokken te drogen hing. De handel in stokvis was zo belangrijk, dat sommige kooplieden zelfs gedurende langere tijden in Bergen woonden.
De huizen op de hoek Boterstraat/Brink stammen uit het eind van de vijftiende eeuw. De bouwstijl wordt laat-gotisch genoemd. De huizen hebben topgevels vóór en achter met daartussen een zadeldak. In de gevels aan de kant van de Boterstraat zie je op de eerste en tweede verdieping fraaie korfbogen.
Aan de Brink, achter De Waag, ligt het pand De Drie Haringen. Dit pand is een van de belangrijkste en mooiste zestiende eeuwse koopmanshuizen die in Nederland bewaard zijn gebleven. Het huis, in Vlaamse renaissancestijl, werd in 1575 gebouwd door Herbert Dapper, een rijke haringkoopman.
Gilden waren een soort verenigingen van mensen met hetzelfde ambacht. Ze ontstonden al in de Middeleeuwen. Zo bestonden er in Deventer bijvoorbeeld een smedengilde, een bakkersgilde, een kuipersgilde (makers van kuipen of tonnen), een kramersgilde (kooplui), een bouwliedengilde (boeren) en een slijtersgilde (verkopers van drank).
In de zeventiende eeuw hadden de Deventer edelsmeden voldoende werk. Hoogtepunt van de edelsmeedkunst waren de bekers die voor de gilden gemaakt zijn.