Deventer kende in de achttiende eeuw nog een groot aantal koopmansfamilies. Enkele daarvan zien we als vroege industriëlen terug: Hendrik Lindeman met zijn IJzermolen, de drukkerij van Jan de Lange, de textielonderneming van Hendrik Jan Ankersmit en de oliemolen van Gerrit van der Lande.
Deze gevelsteen (in de muur naast het huis Bergpoortstraat 20) herinnert aan de oude ijzermolen uit 1755 die hier gestaan heeft. In 1749 pachtte Hendrik Lindeman de oude stadswatermolen aan de haven. Hij maakte er een “iesermölle” (ijzermolen) van door die molen uit te breiden met een hoogoven, een gieterij, werkplaatsen en voorraadschuren.
Drukkerijen waren er in de Deventer drukkerstad al sinds de vijftiende eeuw. In 1738 kwam Jan de Lange als meesterknecht in dienst bij de stadsdrukker. Hij begon al snel voor zichzelf in de Grote Overstraat en verhuisde later met zijn bedrijf naar de Brink.
De bolwerksmolen is een houtzaagmolen uit 1863. Het is de laatste molen die in Deventer gebouwd is. Hij staat aan de voet van de Wilhelminabrug, vanuit de stad gezien aan de overkant van de IJssel.
Na de grote stadsbrand van 1334 ontstond er behoefte aan stenen en werden er langs de IJssel steenovens geplaatst. Van Wilp tot en met de Duursche Waarden stonden er dertien, waarvan zes in de onmiddellijke omgeving van Deventer. Tegenwoordig is er niet één meer van over.