Vanaf het begin van de zestiende eeuw moest het stadsbestuur rekening houden met de mening van de burgers in de stad. Deventer bestond toen uit acht wijken, genoemd naar de straten Polstraat, Waterstraat, Noordenbergstraat, Engestraat, Bisschopstraat, Overstraat, Bergstraat en Assenstraat. Het stadsbestuur (de magistraat genoemd) koos uit elke wijk enkele personen, die samen de 'Gezworen Gemeente' vormden. Het woord 'gezworen' geeft aan dat ze een eed moesten afleggen. De Magistraat en de Gezworen Gemeente vergaderden afzonderlijk. De leden van de Gezworen Gemeente, meenslieden genoemd, vergaderden in de toenmalige lakenhal, die tegenwoordig dienst doet als burgerzaal. Men vergaderde over belangrijke zaken die te maken hadden met het stadsrecht en de bezittingen van de stad. Enkele leden van de Gezworen Gemeente gaven de genomen besluiten door aan de Magistraat, die echter de aanbevelingen naast zich neer kon leggen. Echt veel hadden de meenslieden dus niet te vertellen. Dat veranderde pas in de patriottentijd, toen de burgers meer te vertellen kregen.
Verw. 1: Stadhuis; verw. 2: Magistraat