De sluiting van de ijzergieterij van Nering Bögel leidde tot het eerste massaontslag. In 1935 kende Deventer 6200 werklozen op een bevolking van ongeveer 38000 personen. De werklozen kregen ongeveer twaalf gulden per week ( nu ongeveer vijf euro).
Om "het lot van de werkman" te verbeteren werd er in 1871 een algemene werklieden vereniging opgericht met de naam "Help U Zelven". Deze vereniging koos voor een voorzichtige aanpak. Van protesten, stakingen en oproer moest men niets hebben.
In en om de stad ontstonden in het begin van de twintigste eeuw verschillende coöperatieve zuivelfabrieken, zoals de fabriek in Bathmen.
Aan de overkant van de IJssel is er ook tegenwoordig nog een hotel. Op die plaats was er ook in de negentiende eeuw al een herberg.
Naast het Bergkwartier kent Deventer nog een oude stadswijk waar in de middeleeuwen al veel bedrijvigheid ontstond: het Noordenbergkwartier. Uit opgravingen is gebleken dat het op een rivierduin gelegen gebied al vanaf de negende eeuw doorlopend bewoond is geweest.
Deventer heeft een prachtig groot stadsplein, de Brink. Daar worden tegenwoordig allerlei festiviteiten gehouden. Vroeger was dat ook al het geval, vooral tijdens de jaarmarkten die op het plein gehouden werden.
Het Worpplantsoen aan de overzijde van de IJssel is de oudste openbare wandelplaats van Nederland. Al in de middeleeuwen zochten de bewoners van Deventer hier hun vertier.
Deventer wordt de Koekstad genoemd, omdat er vanouds veel koekbakkerijen waren. Tegenwoordig is alleen nog Deventerkoek van Bussink te koop.
In 1329 wordt 'De Haere' voor het eerst genoemd, als 'Hof ter Hare'. Dit gebouw werd in 1559 afgebroken, waarna er een nieuw kasteel werd gebouwd, dat in 1778 door de toenmalige bezitter Jan van Suchtelen weer werd afgebroken. Hij liet op de fundamenten het huidige kasteel bouwen.
De eerste tapijtfabriek in Deventer stamt uit 1797. In dat jaar begonnen Birnie en Sauret op de hoek Nieuwstraat/Smedenstraat een tapijt- en zeildoekfabriek.
Op het adres Roggestraat 3-5 was van 1809 tot 1892 de eerste synagoge van Deventer gevestigd. Toen deze synagoge (het sjoeltje genoemd) te klein werd verrees er aan de Golstraat een grotere synagoge. De oude synagoge deed toen dienst als school. Hier kwamen de joodse kinderen, die op allerlei scholen zaten, regelmatig bijeen voor joods godsdienstonderwijs.
Senzora is een fabriek die al heel lang in Deventer bestaat. Ze maken er tegenwoordig zeep, maar ook pepermuntjes en zoete suikerhartjes.
In Deventer wordt er al sinds 1828 door de firma Ten Have koffie gebrand. Ten Have koffie is ook nu nog te koop. De fabriek staat alleen niet meer op de Brink. Langetijd was daar de koffie te ruiken als in de fabriek koffie gebrand werd.
Rond 1920 was de meelfabriek van Noury & Van der Lande het grootste bedrijf van Deventer. Wat begonnen was als een meel- en oliefabriekje groeide uit tot een grote chemische industrie met vestigingen in andere plaatsen in Nederland en in het buitenland.
Deventer ligt midden in een groot landbouw- en veeteeltgebied. Deventer had daarom ook lange tijd een belangrijke veemarkt. Geen wonder dat er dus in en rond de stad veel vleeswarenfabrieken waren.
De joodse begraafplaats maakt deel uit van de oude Algemene Begraafplaats aan de Diepenveenseweg en is met een stenen muur daarvan gescheiden. Het kerkhof stamt uit 1870. Daaarvoor was er al een joodse begraafplaats in het gebied Voorstad Centrum. Die begraafplaats moest geruimd worden bij de sloop van de stadswallen.
Tot de Tweede Wereldoorlog kende Deventer veel bekende joodse zaken, zoals "De Sajetbaal", de groothandel in garens van M.S. Noach op de hoek van de Noordenbergstraat en het Klooster, en de groothandel in lompen en huiden van A.S. Noach, eveneens in de Noordenbergstraat.
Vanuit het Sint Geertruidengasthuis in het Noordenbergkwartier ontstond in 1884 een echt ziekenhuis. Op de hoek van de Singel en de Binnensingel verrees onder de naam Sint Geertruidengast- of ziekenhuis een nieuw gebouw, dat tot 1940 dienst heeft gedaan.
De naam Kluwer is in Deventer sinds 1889 bekend. In dat jaar kwam onderwijzer en boekhandelaar Aebele Kluwer naar Deventer om hier aan de Singel een uitgeverij te beginnen. Hij begon in 1898 met het uitgeven van het nieuws- en advertentieblad 'Vraag en aanbod', dat een groot succes werd.
Han van Meegeren is een Deventer schilder. Hij wordt een landelijke bekendheid als hij in de oorlog schilderijen van Vermeer vervalst, die deskundigen niet van echte schilderijen kunnen onderscheiden.
Hartog (Han) Hollander werd in Deventer geboren op 5 oktober 1896 in een huis in de Walstraat. Zijn vader had daar een zaak in tweedehands spullen. Als jongen was hij in 1902 één van de oprichters van de Deventer voetbalclub Go Ahead, waarvan hij de naam bedacht.
Omdat Deventer in de negentiende eeuw een echte industriestad werd, kwamen hier veel fabrieksarbeiders wonen. Die arbeiders gingen zich verenigen in werkliedenverenigingen, die opkwamen voor hun belangen. Hieruit groeiden later politieke partijen zoals de SDAP (Sociaal Democratische Arbeiders Partij).
Go Ahead is niet de oudste voetbalclub van Deventer, dat is UD (Utile Dulci), de cricketclub uit 1875, die in 1887 een voetbalafdeling oprichtte. Op 2 december 1902 richtte Karel Hollander met enkele vrienden en zijn broer Han (de latere sportverslaggever) in een zaaltje van de Volksbond de voetbalclub Be Quick op.
Nadat op de Deventer kermis al filmvoorstellingen in een tent waren gehouden, werd in 1911 de eerste Deventer bioscoop (EDB) geopend in de Smedenstraat. Kort daana volgden bioscopen Luxor aan de Brink en Cinema Palace in de Lange Bisschopstraat. Bioscoop Luxor werd gebouwd in de typische stijl van de Amsterdamse School en is een rijksmonument.
De 'Landbouwschool', die oorspronkelijk 'Rijks Middelbare Koloniale Landbouwschool' heette, werd in 1912 gesticht. Dat deze school juist in Deventer kwam, komt door de bijzondere band die Deventer en Nederlands Indië al eeuwenlang hadden. Er verrees een gloednieuw schoolgebouw, compleet met tuinen en plantenkassen, op de hoek van de Brinkgreverweg en de nog aan te leggen Ceintuurbaan.
Op het landgoed 'De Rollecate' bij Dedemsvaart werd in 1913 de eerste opleiding tot landbouwhuishoudlerares gestart. In 1930 vertrok de school naar Deventer en ging daar 'Nieuw Rollecate' heten. De school, met een grote tuin, werd hier gevestigd aan de Tesschenmacherstraat en werd, net als 'De Rollecate' in Dedemsvaart, een internaat.
In de Eerste Wereldoorlog is er bij Deventer niet gevochten. Wel kwamen er vluchtelingen naar de stad en lag de handel stil.
Lange tijd was het lezen van boeken alleen gebruikelijk bij de meer ontwikkelde mensen. In 1891 was er een Deventer Leeskabinet opgericht, dat in sociëteit De Hereeniging gehuisvest was. Maar al spoedig vond men dat lezen goed was voor iedereen. Daarom werd in 1918 de Openbare Bibliotheek aan de Brink opgericht.
In 1916 speelde Go Ahead om het kampioenschap van Nederland. Helaas werd de finale verloren maar het jaar daarop lukte het wel en werd Go Ahead voor het eerst kampioen van Nederland. Daarna werd de club nog drie keer kampioen van Nederland en wel in 1922, 1930 en 1933.
Etty Hillesum, geboren in 1917, was een Joods schrijfster, die beroemd werd door haar brieven en dagboeken. Ze woonde van 1924 tot 1932 in Deventer, waar zij het stedelijk gymnasium bezocht. Haar vader was rector van die school. Etty Hillesum vertrok in 1932 na het behalen van haar gymnasiumdiploma naar Amsterdam waar zij aan de universiteit rechten studeerde en Slavische talen.
Omdat veel Deventer fabrieken hun producten in blik wilden verpakken begon Johan Hendrik Ankersmit in 1919 aan de Molenstraat een blikfabriekje. Zijn twee schoonzonen Thomas Thomassen en Frits Drijver werkten mee in de leiding van het bedrijf. Naar hen werd de fabriek genoemd toen het in 1934 verhuisde naar de Veenweg, waar de fabriek zich sterk uitbreidde.
Vanaf 1901 werden er veel arbeiderswoningen gebouwd, omdat de Woningwet het wonen in oude krotten verbood. Het ontwerp voor het complex in de wijk tussen de Zutphenselaan en de H.F. de Boerlaan, gebouwd op een oud verdedigingswerk, omvatte 326 woningen en tien winkels.
Deze kazerne, gebouwd als werkverschaffingsproject tijdens de crisisjaren en in 1938 in gebruik genomen, werd door de Duitse bezetter ingericht voor de opleiding van politieagenten. De cadetten van het politie-opleidingsbataljon kregen een strakke militairistische opleiding, helemaal volgens het Duitse model.
Toen het in de jaren twintig van de twintigste eeuw voor het almaar toenemende verkeer steeds bezwaarlijker werd dat de schipbrug zo vaak en zo lang open was, begon men over een nieuwe, vaste brug na te denken. In 1939 begon men een nieuwe brug te bouwen met de oprit precies op de plek van de oude haven, die dan ook gedempt werd.
In de vroege ochtend van 10 mei 1940 passeerden Duitse troepen de grens met Nederland. Wegversperringen en vernielingen leverden wel enige vertraging op maar verhinderden niet dat de opmars over de weg doorging. Een verrassing was de komst van een pantsertrein, gevolgd door twee treinen met manschappen.
Tijdens de oorlogsjaren hebben honderden mensen uit Deventer en omgeving geprobeerd om de bezetters tegen te werken. Op verschillende manieren werden er acties ondernomen, zoals het traag uitvoeren van opdrachten, het onderdak bieden aan onderduikers, het vervalsen van papieren, het drukken en verspreiden van berichten, het wegsmokkelen van gezochte mensen of het uitvoeren van aanvallen op Duitse doelen.
Toen de kleine Joodse synagoge in de lange Bisschopsstraat in 1986 werd gesloten, werd dit gedenkteken ter nagedachtenis aan de 401 omgekomen joden uit Deventer verplaatst naar de eerste schrijfkamer in het stadhuis. Op de grote marmeren muurplaat staat in het Hebreeuws en in het Nederlands geschreven: Wegens hen is ons hart ziek, zijn onze ogen verduisterd Voor de plaat staat een katheder tussen twee koperen lantaarns.
Het monument op het Grote Kerkhof uit 1953 is een ontwerp van de Haagse beeldhouwer Dirk Wolbers. Op de sokkel staat een bronzen mannenfiguur met gebalde vuisten als een uitdrukking van verzet. Op de muur achter het monument staat te lezen: Zij hebben door hun leven meer gegeven dan veler jaren som ons geven kon Deze regels komen uit een gedicht over het verzet van Rie Cramer.
Al in 1349 werden joodse Deventenaren vervolgd, omdat ze ten onrechte werden verdacht van de verspreiding van de pest, een dodelijke besmettelijke ziekte uit die tijd. Tot het eind van de achttiende eeuw bleef het voor joden moeilijk om in en bij Deventer een bestaan op te bouwen.
Dit monument uit 1999 van de beeldhouwer Karoly Szekeres herinnert aan plaatsgenoten die tijdens de Japanse bezetting van Indonesië van 1942 tot 1945 het leven lieten en aan de Nederlandse soldaten die in de periode 1946- 1949 in Nederlands-Indië sneuvelden.
Tegen het einde van de oorlog waren de bruggen van Deventer en dan vooral de spoorbrug het doelwit van de Geallieerden. Met de geallieerden bedoelen we de landen die samenvochten tegen Duitsland. De voornaamste reden van de bombardementen was om een einde te maken aan het vervoer vande vliegende bommen V-1 en V-2 door de Duitsers naar het westen van Nederland.
Generaal T.G. Gibson was de commandant van de 7e Canadese brigade, die Deventer bevrijdde op 10 april 1945. Op 6 oktober van dat jaar ontving hij het ereburgerschap van Deventer.Op diezelfde dag kreeg de vroegere Zwolsestraat een andere naam: T.
Op 10 april 1945 werd de stad Deventer bevrijd van de Duitse bezetters. Dat ging niet zonder slag of stoot. Het was de Canadese Zevende Brigade onder leiding van generaal T.G. Gibson die de bevrijdingsoperatie uitvoerde.
Dit monument naast het gebouw Le Coin aan de Snipperling is opgericht ter nagedachtenis aan 7 jonge verzetsmensen uit Deventer die op de dag van de bevrijding zijn omgekomen.Zij hadden zich verschanst in de smeeroliefabriek Twentol, vlak bij de brug in de Zutphenseweg.
De Oxerhof is een landgoed dat vlakbij Deventer ligt Tijdens de oorlog gebruikten de Duitsers het landgoed als gevangenis. Begin april 1940 zaten er nog veertig verzetsmensen gevangen. Op 6 april gaf de Duitse commandant het bevel om dertig gevangenen vrij te laten.
Nadat de Duitsers op 6 april 1945 de spoorbrug hadden verwoest, bouwden de Engelse genietroepen naast de vernielde spoorbrug in enkele maanden tijds een nieuwe brug. Op 1 november 1945 kon de zogenaamde Bailey-brug in gebruik worden genomen. De brug kreeg de naam Catherine Millerbrug, genoemd naar de dochter van de Engelse commandant Miller.
De stad Deventer heeft veel te lijden gehad van het oorlogsgeweld, met name van de bombardementen op de bruggen. Er zijn veel Deventer joden opgepakt en ook veel Deventenaren bij het oorlogsgeweld gedood.