Florens Radewijns (1350-1400), de eerste leerling van Geert Grote, stichtte in 1385 na de dood van zijn leermeester de gemeenschap van de Broeders van het Gemene leven. Hij stelde leefregels op voor het huis, waarin hij met zijn medebroeders woonde. Samen besloten zij om alle inkomsten in een gezamenlijke kas te storten. Ze woonden eerst in de Engestraat en vanaf 1391 in een groter huis op het Lamme van Dieseplein. Het huis kreeg de naam Heer Florenshuis. Radewijns was, evenals Geert Grote, overtuigd van het belang van boeken en hij nam zelf actief deel aan het overschrijven van manuscripten. Langzamerhand ontstond er, mede door aankopen, een behoorlijke bibliotheek, waarin het volledige boekenbezit van Geert Grote was ondergebracht. In 1597 werd de bibliotheek van het Heer Florenshuis ondergebracht in de Stadsbibliotheek. Van het Heer Florenshuis zijn nu nog 18 handschriften en 200 gedrukte werken over. Die bevinden zich nu in de Athenaeumbibliotheek. Op de plek van het vroegere Heer Florenshuis is in 2012 een herdenkingscentrum geopend, waar leven en werken van de Broeders en Zusters van het Gemene Leven blijvend onder de aandacht wordt gebracht.
De broedergemeenschap is evenals de zustergemeenschap die op hetzelfde plein was gevestigd, van grote betekenis geweest voor de ontwikkeling van het onderwijs en de boekcultuur. Later zijn er kloostergemeenschappen uit voortgekomen, zoals in Diepenveen en Windesheim. Verw. 1: Moderne Devotie; verw. 2: Floens Radewijns; verw. 3: Broeders van het Gemene Leven; verw. 4: Zusters van het Gemene Leven; verw. 5: Stads- of Athenaeumbibliotheek