Schipbrug

Tot 1483 was er alleen maar een veerpont over de IJssel. Pas eind vijftiende eeuw kwam er een brug, die al snel door vijandige Gelderse troepen werd vernield. Ook latere bruggen werden verwoest: door zware ijsgang of door vuur.
Begin zeventiende eeuw kwam er een schipbrug ongeveer op de plek waar nu het pontje vaart. Deze schipbrug bestond uit een ophaalbrug, dan een drijvend, uitdraaibaar gedeelte in de rivier voor de doorvaart van kleine bootjes, dan de eigenlijke schipbrug en aan de Worpkant een steigerachtig gedeelte, dat eindigde ter hoogte van het huidige IJsselhotel bij het gemetselde landhoofd. Toen het in de jaren twintig van de twintigste eeuw voor het almaar toenemende verkeer steeds bezwaarlijker werd dat de brug zo vaak en zo lang open was, begon men over een nieuwe, vaste brug na te denken.
Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers Nederland binnen. Het Nederlandse leger blies de spoorbrug op en liet het middenstuk van de schipbrug uitvaren en de pontons tot zinken brengen. Na de capitulatie op 14 mei begonnen de Duitsers direct met het herstel van beide oeververbindingen. Hun transporten over de schipbrug naar de stadszijde konden de draai nauwelijks maken en daarom werden de huisjes tegenover de schipbrug en een deel van de oude stadsmuur gesloopt. De schipbrug heeft dienst gedaan tot 1948, toen de Wilhelminabrug weer hersteld was.
Afb.: ALT p. 25
Verw. 1: IJssel; verw. 2: Wilhelminabrug; verw. 3: Noordenbergtoren