Jordenshofje

Met een hofje wordt een woonvorm bedoeld, die bestaat uit een groep kleine huisjes rondom een tuin gelegen. Daarin woonden arme alleenstaande vrouwen. In de zeventiende eeuw beleefde deze besloten woonvorm een hoogtepunt. Deventer heeft enkele hofjes gekend, waarvan er nu nog één over is: het Jordenshofje. Dit hofje is te vinden aan de Kleine Overstraat. Een poortje geeft toegang tot de huisjes, die nog steeds worden bewoond.
Op deze plaats lieten de provisoren (bestuurders van gasthuizen) Johan en Peter Jordens in 1644 deze huizen timmeren, zoals te lezen is op een gevelsteen. Sindsdien is het bestuur van deze instelling tot op de dag van vandaag in handen gebleven van de familie Jordens, een vooraanstaande Deventer familie van regenten, juristen en bestuurders. Al hun namen staan vermeld boven een stenen bank op het binnenplaatsje.

De vrouwen hoefden voor hun verblijf in het hofje niet te betalen. Ze moesten elkaar wel helpen, vooral in geval van ziekte. Van de bestuurders ontvingen zij op vaste tijden bier, boter, turf en wat geld. Als de vrouwen kwamen te overlijden gingen al hun bezittingen naar de familie Jordens.

In de jaren 1930-1931 werd op deze plek door architect Knuttel het hofje geheel verbouwd tot zeven aparte woningen rond een tuintje.
verwijzing 1 naar: Regententenfamilies; verwijzing 2 naar: Jordenshuis