Hanzestad

De Deventer kooplieden haalden veel handelswaar van over zee. Ze voeren veel naar de landen in Noord-Europa en rond de Oostzee, zoals Noorwegen, Zweden, Noord-Duitsland. Maar die tochten over zee in hun koggenschepen waren gevaarlijk. En in die verre, vreemde landen was het moeilijk handel te drijven, als je er de weg niet wist. Daarom gingen kooplieden elkaar helpen. Een koopman, die al eens in Lübeck geweest was, vertelde over zijn ervaringen aan een ander. Dit leidde ertoe dat ook de handelssteden elkaar gingen helpen. Door elkaar te helpen, kon iedereen immers meer verdienen. Zo is er een verbond, een soort vereniging ontstaan van handelssteden. Dat verbond wordt de Hanze genoemd. Deventer was ook lid van het Hanzeverbond, net als andere IJsselsteden. En nog steeds noemt Deventer zich 'de Keizerlijke Vrije Hanzestad'. Het Hanzeverbond was heel belangrijk. De steden hebben samen zelfs oorlogen gevoerd, bijvoorbeeld tegen zeerovers, maar ook een aantal keer tegen de koning van Denemarken.
Andere Hanzesteden zijn bijvoorbeeld Kampen, Lübeck (in Duitsland) en Bergen in Noorwegen geweest.

Tegen het einde van de vijftiende eeuw nam voor Deventer het belang van het Hanzeverbond af, omdat de handel over zee steeds meer in handen kwam van de Hollandse steden.

Verw. 1: Hanzegevels; verw. 2: Jaarmarkten