Senzora, zeep en snoep

Johannes Schoemaker startte in 1811 een bedrijfje in kruidenierswaren. Zijn kleinzoon Antonie begon in 1901 zelf artikelen te produceren in een klein fabriekje aan de Hogestraat. Er kwam een fabriekje bij voor vleeswaren, een koffiebranderij en ook een zeepfabriekje. Uiteindelijk groeide het bedrijf onder leiding van de zonen Hein en Jan Schoemaker uit tot een fabriek voor wasmiddelen en suikerwerk. De fabriek vestigde zich aan de Raamstraat en kreeg de Naam Senzora (Schoemaker en Zonen Raambuurt). In 1927 kwam er een fabriek voor zachte zeep bij aan de Bergsingel. Latere uitbreidingen volgden op het industrieterrein. De Senzorafabriek bestaat nog steeds in Deventer. Behalve verschillende soorten zeep worden er ook nog steeds pepermuntjes en zoete suikerhartjes gemaakt.