Romeins aardewerk

De Romeinen gebruikten een draaischijf. Vanaf de 4e eeuw maken ook de inheemse Germaanse volken gebruik van de sneldraaiende pottenbakkersschijf om aardewerk te maken. Uit deze tijd is veel donkergrijs aardewerk gevonden, ook wel terra-nigra aardewerk genoemd. (terra-nigra betekent ´zwarte aarde´) Het meest opgegraven aardewerk zijn drinkbekers met een voetje. Dit type aardewerk werd in Salland op een heel specifieke eigen manier versierd door inkervingen langs de bovenrand.

Een ander soort Romeins aardewerk is het zachtrode zogenaamde terra sigillata-aardewerk. Bij de opgraving van een Germaanse boerderij in Colmschate is daarvan een mooi voorbeeld gevonden. De vaas, die geheel in stukken was, stamt uit ongeveer 200 na Chr. Met veel moeite is het gelukt om de vaas te restaureren.
Sigillata-aardewerk betekent gestempeld aardewerk. In de gestempelde kombodem is te lezen: ´Serverus fec´,wat voluit ´Serverus fecit´is. Dat betekent ´gemaakt door Serverus´.De scherven van deze vaas werden aangetroffen in een grafkuil. Aan de doden werden dus in enkele gevallen echt bijzondere en kostbare voorwerpen meegegeven.

De afbeelding is een Romeinse Sigilata-vaas. Van zulke vazen zijn ook in Deventer fragmenten gevonden.