Kunstijsbaan IJsselstadion

Al in 1958 hadden enkele mensen, onder wie de ondernemer Paul Schoemaker en enkele gemeentebestuurders, de koppen bij elkaar gestoken en waren in Skandinavië gaan kijken hoe een kunstijsbaan eruit zag. De Koninklijke Nederlandse Schaatsbond en de Nationale Sport Federatie steunden het plan om in Deventer een kunstijsbaan aan te leggen. De bouw van het IJsselstadion, een 400 meter baan, was in 1962 klaar, vlak na de opening van de Jaap Edenbaan in Amsterdam.
Dankzij de Kunstijsbaan in Deventer kreeg Nederland voor het eerst sinds 1896 weer grote internationale wedstrijden toegewezen. In het knusse IJsselstadion werd schaatsgeschiedenis geschreven. Veel mensen kunnen zich nog goed herinneren hoe Ard Schenk en Kees Verkerk hier hun triomfen vierden. Het duo 'Ard en Keessie' werd beroemd tijdens het EK van 1966 in Deventer. In 1968 vestigde de Noor Fred Anton Maier hier een wereldrecord op de 5000 meter. Stien Kaiser werd in Deventer in 1970 wereldkampioene. In 1969 trok het WK enorm veel toeschouwers. Bekend is ook het verhaal van Hilbert van der Duim die tijdens het WK van 1981 uitgleed over een vogelpoepje.
In de dertig jaar dat het IJsselstadion bestond kwamen er ongeveer acht miljoen bezoekers. De Kunstijsbaan is in 1992 verplaatst naar De Scheg. Internationale wedstrijden hebben daarna in Deventer niet meer plaatsgevonden.
Sinds halverwege de jaren negentig ligt het terrein van de oude Kunstijsbaan braak. Alleen het trafohuisje staat er nog. Er zou woningbouw komen, maar die gaat voorlopig niet door. Sinds 2011 zijn er op het terrein verschillende projecten voor jong en oud.