Koggeschip

In de late Middeleeuwen had Deventer een belangrijke rol in de internationale handel als Hanzestad. Er werden veel producten vervoerd over water. Voor de zeevaart werd gebruik gemaakt van een schip dat in Noordwest-Europa is ontworpen: de kogge. Deze schepen hadden één groot rechthoekig zeil en een hoog kasteel. Dat is het achterste gedeelte van het schip, dat soms ook net een kasteel leek. De lengte van een kogge varieerde van 15 tot 30 meter en had een laadvermogen van maximaal 200 ton (1 ton is 1000 kilo). De koggeschepen voeren naar belangrijke Hanzesteden in Nederland, Noorwegen, Duitsland, Engeland, Estland, Letland en Rusland. Er werden een heleboel producten mee vervoerd: hout, graan, pelzen en stokvis werden uit Noorwegen gehaald, zout uit Portugal, wijn uit Frankrijk, specerijen uit Genua en laken (wollen stoffen) uit Vlaanderen en Holland. Veel van die producten werden in de Deventer pakhuizen opgeslagen en op de Deventer jaarmarkten verkocht. Andere producten werden meteen doorvervoerd. In latere tijden is het koggeschip vervangen door het type hulk.

Op de afbeelding zie je een koggeschip aan de kade liggen van de stad Kampen. Dat is ook een oude hanzestad aan de IJssel.