Franse overheersing

De Oranjegezinden bleven van 1787 tot 1795 aan de macht.
In de winter van 1794-1795 trokken Franse troepen Nederland binnen. Deventer kreeg zo'n zesduizend vluchtende huursoldaten van anti-Franse troepen binnen de muren.
Op 2 februari 1795 werd het aftreden van het stadsbestuur geëist, waarop de magistraat inderdaad aftrad. Aan de alleenheerschappij van de stedelijke regentenkliek kwam een einde. Een dag later trokken Franse huzaren Deventer binnen en bezetten zonder veel geweld de stad. Het opgetogen volk danste om de vrijheidsboom op de Brink.
Het stedelijk bestuur werd op Franse manier geregeld. Een college van burgemeester en wethouders en een gemeenteraad vormden voortaan het bestuur van de gemeente. Hierdoor verdween de vriendjespolitiek.
De invoering van een bevolkingsregister en ook eenheid van rechtspraak en het gebruik van overal dezelfde maten en gewichten waren belangrijke vernieuwingen die voor het hele land golden. Verder kregen andere kerkgenootschappen dan de protestantse kerk meer ruimte. De gilden werden opgeheven.
In 1809 bracht koning Lodewijk Napoleon een bezoek aan Deventer, waarbij hij zich zeer vrijgevig betoonde. Ook zijn broer keizer Napoleon bezocht Deventer, in 1811. Die werd heel wat minder hartelijk ontvangen.
Afb.: Het Franse garnizoen, opgesteld op de Brink, 1813-1814 (p. 73 canonboek)
verw. 1 naar: Patriottenstrijd; verw. 2 naar: Kozakken; verw. 3: Rutger Jan Schimmelpenninck; verw. 4: Simon de Vries