Etty Hillesum

Etty Hillesum, geboren in 1917, was een Joods schrijfster, die beroemd werd door haar brieven en dagboeken. Ze woonde van 1924 tot 1932 in Deventer, waar zij het stedelijk gymnasium bezocht. Haar vader was rector van die school.
Etty Hillesum vertrok in 1932 na het behalen van haar gymnasiumdiploma naar Amsterdam waar zij aan de universiteit rechten studeerde en Slavische talen. Nadat de oorlog was uitgebroken ging ze ook nog een studie psychologie volgen. Zij hield een dagboek bij, waarin ze veel schrijft over zichzelf en over de toenemende vervolging van Joden. In 1942 meldde ze zich in het kamp Westerbork. Daar was ze een grote steun voor al haar lotgenoten. In Westerbork schreef ze ook nog veel brieven, waaruit blijkt hoe moedig en sterk ze was in moeilijke omstandigheden. Op 7 september 1943 werd zij met haar hele familie en andere kampbewoners naar het concentratiekamp Auschwitz vervoerd, waar zij op 30 november 1943 om het leven kwam.
Het dagboek van Etty Hillesum werd in 1980 uitgegeven onder de titel 'Het verstoorde leven'. Het boek maaakte grote indruk. In 1985 werd aan de IJssel een monument ter nagedachtenis aan haar opgericht. De vorm van het monument, ontworpen door de Deventer kunstenaar Arno Kramer,laat een onderbroken lijn zien, die de verstoring in haar leven uitdrukt. Dit monument wil niet alleen Etty Hillesum herdenken, maar ook dienen als waarschuwingssignaal tegen vormen van discriminatie en geweld nu. Op het zuiltje naast het monument staat een zin uit het dagboek van 13 oktober 1942:

Men zou een pleister op vele wonden willen zijn.