Crisistijd

De sluiting van de ijzergieterij van Nering Bögel leidde tot het eerste massaontslag. In 1935 kende Deventer 6200 werklozen op een bevolking van ongeveer 38000 personen. De werklozen kregen ongeveer twaalf gulden per week ( nu ongeveer vijf euro). Alle werklozen moesten zich elke dag (steeds op een ander tijdstip) melden bij de stempelkantoren. Veel mensen schaamden zich hiervoor en probeerden op allerlei manieren aan werk te komen. Een werkloze bakker liep tijdens de markt met een groot bord waarop stond: "Wie helpt mij aan werk?" Hij had geluk en kreeg werk. Het plaatselijke crisiscomite verstrekte margarine, goedkope groenten en vlees in blik aan de gezinnen waar honger geleden werd. Veel mannen werden ook te werk gesteld in de werkverschaffing. Werkverschaffingsprojecten waren de aanleg van een haven- en industriegebied op Bergweide, de bouw van de Westenbergkazerne in Schalkhaar. Werkzoekenden in de bouw werden o.a. ingezet bij de bouw van woningen aan de Hoge Hondstraat, de Diepenveenseweg. De omstandigheden waaronder gewerkt moest worden waren dikwijls zo slecht dat onvrede en stakingen het gevolg waren.