Tyssot de Patot, Simon

Simon Tyssot de Patot is in 1655 in Londen geboren en behoorde tot een Franse Hugenotenfamilie. (Hugenoten: in de zestiende en zeventiende eeuw de Franse benaming voor protestanten, die in het katholieke Frankrijk vaak vervolgd werden). Na enige omzwervingen kwam Tyssot de Patot in Deventer terecht, waar hij in 1688 tot lector aan het Athenaeum Illustre werd benoemd om daar openbare lessen in de wiskunde te geven. Twee jaar later kreeg hij een aanstelling tot buitengewoon hoogleraar, ondanks verzet van de Schoolraad die vond dat hij niet de juiste opleiding had. Hij bezat namelijk geen academische graad en hij kon de lessen ook niet in het Latijn geven, zoals toen de gewoonte was. Wel wist hij veel over allerlei onderwerpen en hij beoefende dan ook vele wetenschappen. Toch bleef hij de wiskunde boven alles stellen, en hij liet geen gelegenheid voorbij gaan om op het nut daarvan bij andere studies aan te tonen.
Tyssot de Patot schreef veel: over vestingbouw, astronomie, geografie, maar hij was ook auteur van niet-wetenschappelijk werk, zoals reisverhalen, brieven en pikante verhalen. Dit niet wetenschappelijk werk werd in Deventer niet gewaardeerd, omdat het niet overeen kwam met de opvattingen van de heersende kerk. Bovendien had Tissot de Patot nogal wat kritiek op de bijbel. Zijn vrijzinnige werken en bijbelkritiek waren er de oorzaak van dat hij in 1727 als hoogleraar werd ontslagen en verbannen werd uit de stad Deventer. Tyssot de Patot stierf in 1738 in IJsselstein.
Afb.: ?
Verw.: Athenaeum Illustre