Raambuurt

Bij de vervaardiging van laken (een wollen stof) werd dit textiel op ramen gespannen. Deze ramen stonden aan de overkant van de haven, in het gebied de 'Raam', dat later 'Raambuurt' is gaan heten.
Na afbraak van de vestingwerken in het laatste kwart van de negentiende eeuw was de Raambuurt het eerste Deventer industrieterrein. In 1858 was hier al de gasfabriek verrezen, terwijl de ijzerfabriek van Nering Bögel zich steeds verder uitbreidde. In 1894 kreeg ook de reeds lang bestaande drukkerij De Lange een plek in de Raambuurt. In het zuidelijk deel van de Raambuurt werd in 1916 Senzora (Schoemaker en Zonen Raamstraat ) gevestigd, dat al in 1811 als kruideniersbedrijfje was opgericht en nu nog steeds chemische producten en snoep maakt. Dicht daarbij, in de Sluisstraat zat sinds 1881 molenmakerij Ten Zijthoff. Later zijn daar, tot 1970, de machinefabrieken van Heemhorst en Bloemendal werkzaam geweest. Midden tussen de fabrieken werden arbeiderswoningen gebouwd.
Bijna alle fabrieken zijn verdwenen, maar straatnamen in de Raambuurt herinneren nog aan de bedrijvigheid daar, bijv. Maalderijstraat, Hallenstraat, Werfstraat en Gieterijstraat.
Na 1992 werd de Raambuurt deels afgebroken. Vanaf 1998 kwam er nieuwbouw tussen de overgebleven bebouwing.

Hier zie je een oude ansichtkaart van de Bergpoortstraat. In de verte zie je de Boreelkazerne.
 

Dit artikel hoort bij:

de-tijd-van-burgers-en-stoommachines-1800-1900
werk
plaats