Molen

In de veertiende eeuw was er buiten het centrum van de stad ook al sprake van een industrieterrein. Op de Molenberg, net buiten de Noordenbergpoort, stonden ongeveer tien molens, die granen en oliehoudende zaden verwerkten. Op oude stadskaarten zijn ze duidelijk te zien. Wind en water waren tot ver in de negentiende eeuw de enige energiebronnen. Bij de sloop van de vestingwerken eind negentiende eeuw verdwenen de molens op de Molenberg. De naam Molenstraat in het Noordenbergkwartier herinnert er nog aan.
Ook in de Raambuurt, de Driebergenbuurt en in de Voorstad (Molenbelt) kwamen in de achttiende en negentiende eeuw molens. Bekend was de ijzermolen van Hendrik Lindeman uit 1749, waaruit later de ijzergieterij van Nering Bögel ontstond. In de negentiende eeuw werden wind en water als energiebron vervangen door stoom. In de twintigste eeuw maakte electriciteit de molens overbodig.
Deventer kent nu nog één molen. Het is de Bolwerksmolen uit 1863, een houtzaagmolen.