Gilden

Kooplieden ontdekten al vroeg dat het handig was, als ze elkaar gingen helpen. Zo ontstonden er een soort verenigingen van kooplieden. We noemen deze verenigingen gilden. Ook andere mensen, die een zelfde beroep uitoefenden, gingen zulke gilden oprichten. Het gilde had een eigen gildenbestuur en de leden van het gilde kwamen bijeen in het gildenhuis. De leden van een gilde woonden soms bij elkaar in dezelfde straat. Wie zouden er vroeger in de Smedenstraat, de Kuiperstraat en de Vleeshouwerstraat gewoond hebben?

Het gilde verzorgde ook de opleiding van nieuwe leden. Soms moesten kinderen van zes jaar al bij een meester in huis gaan wonen om een vak te leren. Het duurde jaren voordat zo'n leerling het tot gezel had gebracht en nog weer jaren voordat hij de meesterproef kon doen en meester werd. Het gilde zorgde er ook voor dat er goede handelswaar geleverd werd. Zij kon ook gildenleden straffen als ze slechte handelswaar leverden. De regels waar de gildenbroeders aan moesten voldoen waren vastgelegd in het gildenkeur.
Het oudste Deventer gilde is dat van de lakenkooplieden, dat vermoedelijk al voor 1249 is gesticht.

verw. 1: koopmansgilderol; verw. 2: Gildenborden; verw. 3: Gildenbeker; verw. 4: Bergevaerders