Eendrachtstraat

Toen in 1871 de vestingwet werd afgeschaft kon er begonnen worden met het bouwen van huizen buiten de stadswallen. Er was een grote behoefte aan arbeiderswoningen i.v.m. de groeiende industrie. Zo ontstonden er nieuwe wijken met arbeiderswoningen in de Voorstad. Arbeiders van de ijzerfabriek van Nering Bögel richtten in 1883 een bouwvereniging op met de naam 'De Eendracht'. Die vereniging had als doel 'tegen wekelijksche contributie en huur aan de leden eene eigen woning te verschaffen'. De Eendrachtstraat, gelegen achter het station, is naar deze vereniging genoemd. In 1884 werden aan deze straat achttien arbeiderswoningen gebouwd. Na ongeveer twintig tot dertig jaar konden de arbeiders zelf eigenaar zijn. Vanaf deze huizen was het dertien minuten lopen naar de fabriek, zodat de arbeiders 's middags van twaalf tot half twee naar huis konden. De woningen hadden een zolder en een huiskamer van ongeveer 17 m2 met één bedstede. Verder hadden ze een aparte keuken met een ingang naar de kelder en een slaapkamer met een bedstede en een kast. Het toilet (toen 'privaat' genoemd) lag aan het einde van de keuken aan de buitenkant. Deze woningen betekenden een behoorlijke vooruitgang in vergelijking met de krotten in de steegjes van de binnenstad.